Kalami door Christina Gruppen

Kalami is waarschijnlijk gebouwd aan het einde van de Venetiaanse- /begin van de Otto­maanse overheersing. Hoewel het dorp op loopafstand van de zee ligt, is de zee niet zichtbaar vanuit het dorp. Uit veiligheids redenen werden de meeste dorpen op/achter heuvels gebouwd ter bescherming tegen vijandige aanvallen door piraten die de bewoners van kustgebieden plunderden Daarom wilden ze dat hun dorpen geen visueel contact met de zee hadden.

Naast de huidige kerk van het dorp, Saint George en Charalambous , waar de Christenen van de omliggende dorpen stiekem gingen bidden, werden de eerste huizen gebouwd.

Het huidige Kalami

Tegenwoordig geeft Kalami een uitgestorven indruk. Vanaf 1970 is het dorp langzaam leeg gelopen. In de hoop op een betere toekomst hebben de meeste inwoners hun huizen verlaten en zijn naar kustplaatsen als Psari Forada (Sidonia) en Arvi en natuurlijk naar de grote steden vertrokken. Daar werden toen de eerste kassen gebouwd. Een officiële volkstelling van 2001 meldde dat Kalami toen nog 44 inwoners had, op dit moment zijn dat er nog maar 5.

De straten zijn erg smal en geplaveid en laten geen autoverkeer toe. Auto’s kunnen alleen vanaf de weg die buiten het dorp loopt, passeren. Met de gedachte dat ze er ooit terug zouden keren om hun oude dag in Kalami door te brengen en het feit dat de meeste huizen in het dorp niet bereikbaar zijn met de auto, hebben ze de huizen gemeubileerd achter gelaten. Feestdagen en vakanties brachten ze hier door.

Maar, zoals helaas vaak in dergelijke dorpen gebeurt, keerden de inwoners niet terug om er te wonen, en begon het dorp te vervallen en werd er veel ingebroken. Deuren werden geforceerd en hele huizen werden overhoop gehaald, vandaar dat het lijkt alsof mensen in alle haast vertrokken zijn.

Eén van de bewoonster heeft de zorg voor alle bloemen in het dorp op zich genomen. Om er voor te zorgen dat de geiten en schapen niet alle bloemen gaan opeten zijn er op meerdere plaatsen in het dorp netten gespannen. Doorgang is toegestaan, maar men moet er wel voor zorgen dat de netten weer gesloten worden.

Bezigheden van de bewoners

De belangrijkste werkzaamheden waren de teelt van olijfbomen, granen, fruitbomen (vooral citrusbomen), Johannesbroodbomen en druiven. In mindere mate veehouderij. Al hun bezig­heden waren net genoeg om zichzelf en hun families te voorzien. De ontwikkeling van de levensstandaard begon in de jaren zestig toen de bewoners zich gingen bezighouden met de tuinbouw en telen van bananen.

Sociaal en economisch leven

Kalami beleefde grote welvaart in de jaren dertig (tot de Duitse bezetting). Het was het meest ontwikkelde winkelcentrum in de gemeente. Op het strand van Psari Forada, 1920, was een douanekantoor en zeven magazijnen, waar boten kwamen om verschillende soorten goederen uit de hele gemeent te laden en lossen. De goederen werden door dieren vervoerd, via Kalami tot aan Arkalochori. In 1929 werd (de eerste in de hele omgeving) diesel aangedreven olijfolie­fabriek in het dorp gebouwd. Deze fabriek was een keerpunt, vanaf nu kon met dit nieuwe systeem makkelijker, sneller olijfolie worden geperst. Omdat één fabriek niet toereikend was voor de behoefte van de bewoners en de omgeving, werd in 1931 een tweede gebouwd. De restanten van beide fabrieken en een oude watermolen zijn nog steeds te zien.

Er was een grote bloei in beroepen waarvan vele tegenwoordig zijn uitgestorven, waaronder zadelmakers, ketellappers, smeden, kleren- en schoenmakers en vroedvrouwen.

Een speciale plaats was de supermarkt die onder andere fijne stoffen uit Athene en Heraklion verkocht en waar mensen uit de hele stad kwamen winkelen.

Tijdens de Duitse bezetting werden bijna alle dorpen in de gemeente Viannou, zo ook Kalami, verwoest. In 1949 arriveerde een wederopbouw ploeg in Kalami, bestaande uit vijf Zwitsers, die veel verwoeste huizen herstelden. Het belangrijkste werk was echter de bouw van een aquaduct met betonnen en ijzeren pijpen. In dat zelfde jaar werd de opening van de Viannou-Sykologou weg geopend.

Pas in 1952 werd de weg Sykologos-Gdochia geopend en het dorp was nu via de weg verbonden met Ierapetra. Tot die tijd was de enige weg die er bestond voor Ierapetra een verhard pad dat was aangelegd tijdens de Ottomaanse overheersing. Het wegennet naar Heraklion en Ierapetra werd pas eind jaren 60 verbeterd toen ook de wegen naar Kalami werden geasfalteerd.